Logo Static Air
Logo pureAir
Telefoon:
Hoeveel (fijn)stof mag er in de lucht zitten op je werk?
U kunt het vaak met het blote oog niet waarnemen, maar het is overal om ons heen: fijnstof. Het is wereldwijd een van de grootste ziekmakende vervuilingsbronnen. Niet alleen buiten, maar ook in binnenruimtes zoals logistieke omgevingen, productiehallen, kantoren, scholen en printerruimtes is vaak sprake van (fijn)stofoverlast.
(Fijn)stof is een verzamelnaam voor uiteenlopende deeltjes van verschillende grootte die door de lucht zweven. In de buitenlucht bestaat het bijvoorbeeld uit opstuivend zand, uitlaatgassen, roetdeeltjes, cementdeeltjes, zeezout, plantmateriaal, en bijvoorbeeld stukjes afgesleten autoband of wegdek. In werkomgevingen ontstaat stof door de onvolledige verbranding van brandstoffen, industriële processen zoals productie en verwerking, opslag van goederen en slijtage van banden.
Wat is (fijn)stof (PM2,5 | PM10) norm?
Gezondheidsschade door fijnstof
Fijnstof in de lucht kan volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) astma-aanvallen, benauwdheid en hoesten veroorzaken. Ook is het slecht voor hart en bloedvaten. De gezondheidsschade is groter als de concentratie fijnstof hoger is. Daarnaast geldt hoe kleiner de deeltjes, hoe verder ze in het lichaam kunnen doordringen en hoe meer schade ze kunnen aanrichten.
Stofoverlast door (fijn)stof
Stofoverlast door (fijn)stof is een veelvoorkomend probleem bij bedrijven in met name de industriële en logistieke sector. Het stof dat vrijkomt tijdens bij het logistieke proces (karton, hout, vloer) of bij de productie van hout, beton of metaal brengt vele negatieve effecten met zich mee en is zelfs gevaarlijk voor de gezondheid van u, uw bedrijf en uw medewerkers!
Eisen luchtkwaliteit
Het is immers niet voor niets dat de Rijksoverheid / EU eisen stelt aan de luchtkwaliteit. Zo zijn er grenswaarden voor de maximaal toegestane concentraties van fijn stof ( PM10 (fijnstof)) en de fijnere fractie van fijn stof ( PM2,5 (fijnstof)) in de buitenlucht. De grenswaarden zijn op te vatten als resultaatverplichtingen. Bedrijven zijn echter zelf verantwoordelijk voor de luchtkwaliteit binnen hun bedrijfsmuren.
Regelgeving voor fijnstof (PM10)
Een grenswaarde voor het jaargemiddelde: 40 µg/m3 als jaargemiddelde mag niet worden overschreden. Deze grenswaarde beoogt vooral bescherming te bieden tegen de langetermijneffecten van fijn stof. Een grenswaarde voor het daggemiddelde: 50 µg/m3 als daggemiddelde mag op niet meer dan 35 dagen per jaar worden overschreden. Deze grenswaarde is vooral bedoeld om bescherming te bieden tegen de kortetermijneffecten van fijn stof.
Regelgeving voor de fijnere fractie van fijnstof (PM2,5)
Voor het jaargemiddelde geldt voor het hele land:
een streefwaarde van 25 µg/m3 die geldt vanaf 2010;
een grenswaarde van 25 µg/m3 die geldt vanaf 1 januari 2015;
een indicatieve grenswaarde van 20 µg/m3 die geldt vanaf 2020.